woensdag 3 juni 2015

How about a nice cup of shut the f*** up

Er zijn zo van die momenten waarop ik beter mijn mond hou of toch even beter nadenk voor ik iets zeg of doe.
Het is niet zo dat ik mensen altijd een antwoord terug geef, of van mij af bijt als ik mij aangevallen voel, verre van. Het is eerder dat ik 'stomme' dingen zeg of iets dat op dat moment nergens op slaat.
In mijn hoofd zit ik meestal al verder in een conversatie, of ben ik bepaalde zaken nog eens aan het overlopen wat verteld is. En dan zeg ik daar iets over, maar de toeschouwer weet dan meestal niet waar ik het over heb. Meer dan eens heb ik al bedenkelijke blikken in mijn richting gekregen.
Of ben ik iets aan het vertellen en nog voor ik aan de clou ben weet ik dat ik iets vertel dat op niets slaat of dat kwetsend kan zijn voor de persoon waar ik tegen bezig ben. Of dat ik zaken door elkaar aan het slagen ben. Irritant hoor!
Eigenlijk is er in mijn hoofd nooit rust. Altijd flitsen daar allerlei gedachten of to do lijstjes of gesprekken door elkaar.
Ik kan bijvoorbeeld ook 's nachts wakker schieten omdat ik ineens weet wat ik tegen een bepaalde persoon had moeten zeggen wat ik op dat moment niet kon.
 In het middelbaar was ik ooit een meisje van de klas aan het beschrijven tegenover een tante. Dat meisje was toen in mijn ogen niet cool. De verkeerde kleren, fout kapsel, niet interessant. Zij had okselhaar waar ik stijl van achterover viel. Geen sprietje hier en daar, neen een volledig beboste oksel. Ik was daar zo van ondersteboven dat ik dit met veel theatraal en handgebaren aan het uitleggen was tegen mijn tante. Dat zo een bos haar not done was. Mijn tante zei er niet veel over. Iets daarna zag ik dat ook zij een serieus beboste oksel had. En bij mijn tante vond ik dat niet erg, was het geen schok. Mijn mening over dat meisje heb ik dan ook stilletjes hernomen. Ik heb ze nooit cool gevonden, maar ik heb er niets verkeerd tegen gezegd of gedaan. Ook tegenover mijn tante heb ik nooit nog iets gezegd over lichaamsbeharing.
Of op een feestje iemand tegenkomen die je al even niet gezien hebt. (en dan spreek ik over huisje-tuintje-kindje-even) En dan zeer luid en duidelijk met de nodige verbazing zeggen 'amai gij zijt verdikt'. En ik bedoelde op dat moment niet 'amai wat een vetbol ben jij geworden'. Vroeger zag die persoon er altijd zeer dun uit door het uitgaansleven en bijbehorende feestsnoepjes. Nu zag hij er gezond uit. En ik bedoelde dus 'amai, je ziet er goed uit, het gezinsleven doet je deugd'. Maar als ik dan probeer om stuntelig mijn zin te verklaren lijkt het er nog harder op dat ik hem aan het uitlachen was.
Dat stuntelig uitleggen heb ik altijd als ik mij zenuwachtig of in het nauw gedreven voel.

Man en Schoonbroer waren op één van hun avondlijke zwerftochten een cafeetje in Puurs binnengestapt en ze konden het goed vinden met de eigenaars, man en vrouw. Al de verhalen die ze kwamen vertellen waren marginaal (&) grappig. Dus ik had mij een beeld van de uitbaters gevormd en dat was het type Onslow en Daisy.
Namen kan ik zeer slecht onthouden dus toen ik aan mijn schoonzus over dit cafeetje aan het vertellen was waren ze mij weer ontglipt. Ik kon mij alleen nog herinneren dat het marginale mensen waren dus de namen dan waarschijnlijk ook zo dacht ik. De man was snel gevonden, Jimmy. De naam van de vrouw kwam niet. Tot ik zei 'ahja Marjo'. Ja lap is dat toch wel dezelfde naam als mijn Schoonzus zeker. En dan mag ik er nog zoveel bij stuntelen als ik wil, de grote fout is gemaakt. En dan wetende dat ik de naam niet marginaal vind... *zucht*
Of wanneer iemand zich enorm verdrietig voelt krijg ik het in mijn hoofd om ongelooflijk stomme grappen te vertellen of door te blijven drammen over een onderwerp dat ik razend interessant vind maar dat op dat moment overbodig is. Terwijl ik dan echt denk dat ik die persoon zo terug kan opvrolijken. 
Of als iemand zegt "ken je die of die" dan zeg ik ook direct mijn mening of eerste indruk van die persoon. Dan blijkt die persoon toch wel een vriend of vriendin te zijn van diegene die de vraag stelt (of omgekeerd).
En het hoeven niet echt altijd woorden te zijn, daden komen bij mij ook heel spontaan op.
Fikfakken met iemand, water naar zijn hoofd kieperen en dan beseffen dat zijn pc (open!) achter hem staat. Oeps...
Ergens als kind rondcrossen, van een trap springen en keihard met het hoofd tegen een lat boven de trap knallen. Auwch...
Een leraar tegenkomen op café en een smakkerd op zijn wang placeren. Owjeetje...
Achja kijk het maakt me wie ik nu eenmaal ben hé :-)